“GODVERDOMME!!!”
Het hele gezelschap van de zorgvilla dat in blijde verwachting klaar zit voor wat komen gaat, verstijft.

“GODVERDOMME!!!”.
Het hele gezelschap van de zorgvilla dat in blijde verwachting klaar zit voor wat komen gaat, verstijft.
De meneer die mij zo-even nog met kushandjes begroette, laat hartgrondig weten wat hij van de muziekmiddag vindt die vandaag op het programma staat. Het is m’n eerste keer dat ik ga musiceren op deze locatie.
De verzorgende die naast hem staat, probeert het nog een keer: “Die mevrouw gaat echt hele mooie muziek maken”. Meneer denkt hier duidelijk anders over: “IK WIL HIER WEG!!!”.
Een tweede verzorgende schiet bemiddelend te hulp: “Nou Cor, misschien kun je het proberen”.
Cor schiet nog verder uit zijn slof en in zijn achteruit: “GODVERRRRRRDOMME!!! En dan van die KUT-liedjes zeker!!!”.
De villa houdt zijn adem in.
Ik laat de half uitgepakte piano voor wat ie is en waag me in het hol van de leeuw. Met een paar passen ben ik bij hem en kniel op ooghoogte neer bij zijn rolstoel: “Dag Cor”, begroet ik hem vriendelijk. “O”, zegt hij kalm, “ga jíj zo zingen?”. “Jazeker”, zeg ik en ik laat zijn weerstand voor wat ie is en gooi het over een andere boeg: “Het is wel belangrijk dat u me kunt zien. Zullen we even testen of dat lukt?”.
Terwijl ik ruggelings bij hem vandaan loop, vraag ik na elke meter met een armzwaai of hij me nog kan zien. Cor gaat er grif op in en zwaait iedere keer instemmend terug. Het is een hele route tussen alle medebewoners door, om de pilaar heen, helemaal tot aan de piano. “Kunt u me nu nog steeds zien, Cor?”, vraag ik terwijl ik met mijn armen omhoog op de pianokruk ga zitten. Hij zwaait enthousiast terug met één arm in de lucht.
De villa herademt. De muziekmiddag kan beginnen. Tijdens het musiceren zie ik een paar keer de arm van Cor boven iedereen uitsteken. Ik antwoord meteen met mijn arm omhoog, middenin een nummer of niet. Zo houden we de hele middag onze luchtbrug in stand.
Na afloop kies ik mijn route zo dat ik nog even langs Cor kom. Hij houdt me staande en zegt: “Dat was heel fijn. Maar kun je volgende keer ook iets klassieks zingen?”. Ik beloof het hem en met armzwaaien en kushandjes over en weer nemen we afscheid. We verheugen ons nu al op de volgende muzikale middag, met natuurlijk klassiek repertoire en wie weet nog wat andere ‘kut-liedjes’.