Ze was de oudste dochter uit een gezin met zestien. Zij verzorgde ze allemaal. En kreeg op haar veertiende zelf een kind. In de bedstee. Met de dokter als vroedvrouw. Haar broertjes en zusjes werden even naar buiten gestuurd.
Auteursarchief: Karin Blankert - van Hengel
Handelen met voorkennis
Hoe krijgen we iemand in beweging?
Of kunnen we ons beter afvragen: wat beweegt iemand?
Hemmie zit met gesloten ogen op de bank in de huiskamer. Een vertrouwd gezicht. Het is zijn manier om visuele ‘herrie’ en auditieve prikkels om hem heen hanteerbaar te maken. De wereld versnelt, maar Hemmie vertraagt.
Een addertje onder het gras
Samen met Janneke, een relatief jonge medebewoonster, sta ik te wachten tot de kist langs zal worden gereden. We vormen een erehaag met verzorgenden en andere bewoners. 101 jaar was ze!
Jou land is my land
Jenny is van Indonesische afkomst. Ze woont sinds een jaar op een afdeling in een verpleeghuis. Een frêle vrouw, onzeker bewegend tussen medebewoners, voornamelijk mannen. Ze heeft zich haar leven lang een vreemde gevoeld.
Samen bungelen
Als ik binnenkom, zit hij op de tafel. Met de ogen dicht. Zijn benen bungelen heen en weer. Een lange, wat slungelige, tachtigjarige man.