Samen met Janneke, een relatief jonge medebewoonster, sta ik te wachten tot de kist langs zal worden gereden. We vormen een erehaag met verzorgenden en andere bewoners. 101 jaar was ze!

Samen met Janneke, een relatief jonge medebewoonster, sta ik te wachten tot de kist langs zal worden gereden. We vormen een erehaag met verzorgenden en andere bewoners. 101 jaar was ze! Een voltooid leven, zoals Antje zelf aangaf. Op de dag dat de lente begon, blies ze haar laatste adem uit. We doen haar uitgeleide in de hal van de zorgvilla. Buiten komt de regen met bakken uit de hemel. Het wachten duurt langer dan gedacht.
Naarmate de tijd verstrijkt, beginnen Janneke en ik steeds meer tegen de muur achter ons te hangen. Tenminste, we denken dat we tegen de muur hangen. Dan komt opeens met versnelde pas Jerome aangelopen, eigenaar van de zorgvilla. Hij kijkt naar iets boven ons. “Pas op”, zegt ie en doet meteen een greep naar boven. Verschrikt kijken Janneke en ik omhoog. Nog net zien we hoe het bovenstuk van een monumentale koekoeksklok wankelt en op het nippertje door Jerome van een duikeling op onze hoofden wordt gered. Poeh, dat scheelde niet veel.
Janneke en ik herademen. “Leun maar niet meer tegen de klok aan”, waarschuwt Jerome nog ten overvloede. “Nee”, reageert Janneke, “het ging nu nog net goed”. En dan voegt ze er ad rem aan toe: “Maar anders was er nóg een dode gevallen!”. Een ingehouden lachsalvo schalt door de hal.
Mensen met dementie raken wel eens wat kwijt, maar hun gevoel voor humor blijft.
De koekoeksklok bekijk ik sindsdien met andere ogen. Eerder leek het een onschuldig object dat de uren weergaf, maar het blijkt gewoon een tikkende tijdbom.
Foto: Adder door Karin Blankert